Omdat brouwerij de Beijersche Kuip in 1858 werd verkocht en doorging als brouwerij Boelmans Kranenburg, en omdat er van de laatste brouwerij weinig te vinden is, heb ik de geschiedenis van beide brouwerijen verwerkt tot één verhaal
De eerste informatie over Brouwerij De Beijersche Kuip in Groningen die ik heb kunnen vinden komt uit een advertentie in de Leeuwarder Courant van 17 augustus 1847. Hierin adverteren de brouwers Hesselink & Koolman met hun verschillende soorten bier zoals Lagerbier, Champagnebier en Gemberbier die zowel per fles als per vat gekocht kunnen worden. De bieren worden volgens deze advertentie op Beijersche wijze bewerkt. Of ze daadwerkelijk ook volgens de Beijersche methode waren gebrouwen blijft in het midden. Het woord bewerkt doet vermoeden dat er bijvoorbeeld extra was gefilterd. Het brouwen van deze ondergistende bieren was namelijk voor die tijd nog erg bijzonder. De kwaliteit van deze bieren moet een stuk beter, vooral constanter, zijn geweest dan de bovengistende bieren van de meeste brouwers in die tijd.
Op zich is er niets vreemds aan deze advertentie, het behoorlijke assortiment doet vermoeden dat de bier al enige tijd worden gebrouwen en dat de brouwerij in elk geval iets voor deze datum is opgericht. Wat dan wel weer opvalt is dat in de Staatscourant van 3 oktober 1847, dus twee maanden later, wordt gesproken over de oprichting van de Firma Hesselink en Koolman. In een notariële akte tussen Jacob Hesslink Willemszoon, raadslid in Groningen en Sebo Fiepkes Koolman, bierbrouwer in Groningen wordt een bepaalde tijd genoemmd, namelijk 31 december 1861.
In een advertentie van 14 december 1849 in de Groninger Courant kondigen Hesseling en Koolman aan dat er uit hun brouwerij in de Brugstraat Kluinbier ie te verkrijgen. Het is blijkbaar een succesvol bier, want er wordt aan toegevoegd dat het lang kan worden bewaard zonder dat het bier zuur zou worden. Ook in de jaren 1850 en 1851 werd het Kluinbier in advertenties aangeprezen.
De samenwerking tussen Hesselink en Koolman kwam eerder tot een einde dan waarschijnlijk verwacht en de in de genoemde akte werd niet gehaald. In de Groninger Courant van 22 juni 1852 werd aangekondigd da de Firma hesselink en Koolman op 1 juni 1852 is ontbonden. De bierbrouwerij zal op de zelfde voet worden voortgezet door de twee zonen van Jacob Hesseling, Willem en Abraham. De naam van de firma werd daarmee gewijzigd in Hesselink en co. Wat verder opvallend is is dat er in geen van de advertenties van na 1847 wordt gesproken over de Beijersche Kuip en dat men het alleen heeft over de heren Hesselink en Koolman. In één van de eerste advertenties van Hesselink&co die ik heb gevonden werd de naam Beijersche Kuip ineens wel weer gebruikt. Het roer ging blijkbaar helemaal om want in dezelfde advertentie (Groninger Courant van 30-5-1854) werd ook de verhuizing van de brouwerij naar de Pottenbakkersrijge. Het pand was ongeveer op de huidige Pottebakkersrijge 8 te vinden. De keuze heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat dit dichter bij de plek lag waar het water van de A de stad in stroomde. Hoe dichter bij deze plek, des te schoner het water moet zijn geweest.
In 1858 werd de brouwerij verkocht aan het echtpaar van Kregten en Alting, die op hun beurt de brouwerij in 1864 verkochten aan de dan 27 jarige Hendrik Boelmans Kranenburg. Vanaf 1875 veranderde de omgeving van de Pottebakkersrijge enorm. De oude vestingwerken werden afgegraven en nieuwe wegen werden aangelegd. Hierdoor kon Kraneburg grond kopen van de gemeente en zijn broweurij uitbreiden. In 1880 werd pal achter het pand aan de Pottenbakkersrije aan de Westerhavenstraat (huidige nummer 14) begonnen met de bouw van een ijspakhuis annex bierbrouwerij.
Het ijspakhuis annex bierbrouwerij is een opmerkelijk gesloten gebouw met bijzonder dikke muren op een bijna vierkante plattegrond van 14 x 14 meter. Het gebouw staat tegen de achterkant van het veel smallere pand Pottebakkersrijge 8 en was daarmee verbonden. Het is zeer doelmatig ontworpen voor de functie van bierbrouwen waarbij koeling van wezenlijk belang is. Een kwart van het gebouw was bestemd voor het bewaren van ijs zodat men het hele jaar over voldoende koelmiddelen kon beschikken. Hoewel het gebouw in de loop van de tijd ingrijpend is gewijzigd, is de essentie van het ijspakhuis annex bierbrouwerij, namelijk een gesloten en goed geïsoleerd gebouw met een (bovengrondse) ijskelder, goed bewaard gebleven. De herdenkingssteen in de gevel heeft een datum van 9 oct 1880. De bierton aan de gevel is nog steeds zichtbaar. De brouwerij werd in november 1891 gesloten. Het complex aan de Pottebakkerstije/Westerhavenstraat werd verkocht aan de Zuid Hollandse Bierbrouwerij in Den Haag. In een advertentie in het Dagblad van het Noorden van 8 mei 1892 werd vermeld dat het agentschap van de ZHB zijn intrek heeft genomen in de voormalige brouwerij van de heer Boelmans Kranenburg aan de Pottebakkersrijge.
De advertenties en de publicaties in de staatscourant op deze pagina zijn gevonden via Delpher Een deel van de informatie komt uit een publicatie van Taco Tel en Henk Wierts uit de uitgave Hervonden Stad 2012. |
Copyright © 2014 - All Rights Reserved - www.hpinkster.nl
Template by OS Templates