Terug naar boven

Bierwandeltocht door Groningen

6 - Hoge der A - Fortuin, Gekroonde Pauw (W.Keizer, Barbarossa)

Hoge der A
We komen dan op het misschien wel beroemdste deel van de stad Groningen als het om de brouwerijhistorie gaat. We lopen nu over de Hoge der A. Dit deel heet Hoge der A omdat de kade hier hoger ligt dan de overkant van de A die dan ook de Lage der A heet. De A is een rivier die vanuit Drenthe naar Groningen loopt en verderop over gaat in het Reitdiep. Het Reitdiep stond in open verbinding stond met de Waddenzee. Aan de Hoge der A stonden in de jaren 1600-1800 tussen de 10 en 15 brouwerijen. Het water uit de A was schoon genoeg om er bier mee te brouwen en het bier kon per schip worden verscheept naar andere delen van het land. Beroemd is het zogenaamde Kluinschip dat wekelijks Kluinbier vervoerde naar Leeuwarden.

Kluin, Cluyn of Kluunbier:
Vraag iemand naar een typisch kenmerk van Kluin en je krijgt als antwoord dat het een haverbier is. Dat is op zich niet bijzonder want in de bieren die tijdens de opkomst van Cluynbier al veel werden gedronken, zoals het Hoppenbier en Kuytbier, werd ook een behoorlijk deel haver verwerkt.

Volgens een van de oudst bekende recepten werd er voor een brouwsel Cluyn 15 mud gerst en 9 mud haver werd gebruikt, in verhouding werd er dus 38% haver gebruikt. Bijzonder is dat er toen ook gerst werd gebruikt. Bij de meest bekende haverbieren werd alleen tarwe gebruikt, maar omdat in Groningen veel gerst voorhanden was werd dit toen al voor Kluinbier gebruikt. Pas in de loop van de 16e eeuw werd gerst ook elders op grotere schaal gebruikt. Saillant detail overigens is dat de kooktijd maar liefst 24 uur bedroeg en dat er sterk bij moest worden gehopt. Dit resulteerde in een vrij zwaar, donkerbruin zoet bier. Het alcoholpercentage ging richting 9%. Het zal niet verbazen dat je de omschrijving stroperig ook een enkele keer tegenkomt. Volgens de overlevering heeft er in die tijd ook een dunnere versie van het Cluyn bier bestaan (met een lager alcoholpercentage), iets wat je ook bij andere biersoorten tegenkomt. De enkele en dubbele Cluyn werden met dezelfde hoeveelheid grondstoffen gebrouwen, maar door de toevoeging van meer water leverde een enkel in plaats van de 20 vaten bij de dubbel zo'n 24 vaten Cluynbier op. Wat verder opvalt is dat het aandeel van de haver in het Cluynbier sterk varieerde. Het zou zelfs in het midden van de 18e eeuw helemaal zonder haver zijn gebrouwen.

Het Cluynbier werd in het midden van de 19e eeuw gebruikt als ingrediënt voor een bijzondere vorm van bier. Zoals we nu de glühwein kennen werd bier ook warm geserveerd. Het kreeg de naam haitbier. In het Groninger Archief is een handgeschreven recept opgedoken uit 1861 van mevrouw Kool-Crull. Het bevat donkerbier (in Groningen dus Cluyn), eieren, room, melk, nootmuskaat, kaneel en brandewijn. Het werd volgens de overlevering liefst uit een pul in de winter gedronken, vooral na het schaatsen op koude dagen.

Cluyn kende een enorme populariteit tot ongeveer 1900. De laatste advertenties waarin brouwers of verkopers van bier het Cluynbier aanprezen zijn van 1905. De belangrijkste oorzaak voor het verdwijnen van de Cluyn is de opkomst van de zogenaamde Beijersche Bieren. In de 20e en 21e eeuw werden er weer een aantal pogingen ondernomen om dit typisch Groningse bier nieuw leven in te blazen.
Meer informatie over Kluinbier vind je hier .

Eigenlijk kun je zeggen dat bijna in elk pand ergens wel een brouwerij was gehuisvest. Van de meesten is weinig informatie teruggevonden. In elk geval moet er op de nummers 5, 6, 9. 10, 12, 14, 16, 17, 19, 20, 21, 24, 27, 28, 29 en 30 ooit iets van brouwerij activiteiten zijn geweest. We weten deels van hun bestaan omdat er op een kaart van Groningen uit 1647 voor veel panden aan de Hoge der A een zogenaamde putstoel stond. Hiermee werd het water om te brouwen vanuit de A werd geput en in de brouwerij gebracht. Omdat er in die tijd nog geen pompen bestonden werd het water op hoogte in het pand aan de kade gebracht en vond het in de brouwerij zijn weg naar beneden. Een enkele brouwerij aan de A beschikte over een eigen waterput. Dat was bijvoorbeeld het geval bij brouwerij de Sleutel (volgende stop)

De meest bekende brouwerij van Groningen, Brouwerij Keizer Barbarossa kende zijn oorsprong aan de Hoge der A 27 en 29. De roemruchte historie van deze brouwerij begon rond 1700 en eindigde in 1965 in de Groningse wijk Helpman. Het feitelijke begin kan nog wel eerder zijn geweest, maar dat valt moeilijk te achterhalen. Van één van de voorlopers, brouwerij de Gekroonde Pauw, is ook het nodige teruggevonden. De naam "de Gekroonde Paauw" werd pas gebruikt ruim nadat in 1811 de brouwerij werd overgenomen door Coenraad van Valkenburg. Hij werd in 1811 eigenaar van de brouwerij nadat hij trouwde met de dochter van CM van Bolhuis, de vorige eigenaar. Ook staat bijvoorbeeld vast dat deze brouwerij in 1832 weer werd overgenomen door Willem Keizer. De brouwerijnaam werd door hem aangepast in brouwerij W.Keizer.
In 1869 ging hij een compagnonschap aan met zijn neef Pieter Mees Hzn. Vanaf dat moment is de verbinding met familie Mees ook duidelijk zichtbaar omdat deze tot aan de sluiting van de brouwerij betrokken was bij de brouwerij. In 1872 hield Willem Keizer het voor gezien en kwam de brouwerij volledig in handen van Peter Mees Hzn. In 1902 werden de twee zonen van Peter Mees, Hetzerius en Bertus Mees eigenaar van de brouwerij en zij besloten al snel (in 1906) om te fuseren met de enige nog concurrerende brouwerij in de stad Groningen, Brouwerij Barbarossa van Fransz Steinweg uit Helpman, destijds een buurtschap vlak voor de stad Groningen. De panden aan de Hoge der Aa en de Laan werden uiteindelijk verkocht en de volledige brouwerij werd verplaatst naar de nieuwe, gemoderniseerde, brouwerij aan de Helperkerkstraat in Helpman.
Aan brouwerij Keizer Barbarossa kwam in 1965 een einde nadat hij in 1960 was gefuseerd met Oranjeboom, ZHB, Phoenix en Wertha.

We lopen iets verder en komen bij nummer 29 uit. Hier bevond zich, in elk geval van 1758 tot 1822 brouwerij Fortuin. Het was in 1820 één van de nog maar zes actieve brouwerijen in de stad Groningen. Van deze brouwerij staat vast dat er naast een brouwerij ook een herberg was gevestigd op dit adres. Dat is iets wat in die periode overigens veel voor kwam. Uiteindelijk kwam ook dit pand in de handen van bierbrouwer Willem Keizer die het op zijn beurt verkocht aan Pieter Mees. Deze namen komen we ook weer tegen bij brouwerij Keizer Barbarossa.

Meer informatie over brouwerij Fortuin lees je: hier
Meer informatie over brouwerij De Gekroonde Pauw lees je: hier
Meer informatie over brouwerij Barbarossa lees je: hier

Route:
Tijd: 1 minuten, afstand 75 meter
Je hoeft niet ver door te lopen tot aan de hoek Noorderhaven, Hoge der A. Hier zie je misschien wel het meest bekende en meest gefotografeerde item uit de Groningse biergeschiedenis.